De eerste foto van Hitler
En wie is die dreumes in zijn kieltje?
Dat is Adolfje, de zoon van meneer en mevrouw Hitler!
Misschien wordt hij wel doctor in de rechten?
Of tenor in de opera van Wenen?
Van wie is dat handje, van wie, dat oortje, oogje, neusje?
Van wie dat buikje vol melk, nog niemand weet het:
van een drukker, heelmeester, koopman, pastoor?
Waarheen zullen die koddige beentjes nog uitgaan, waarheen?
Naar de speeltuin, naar school, naar kantoor, naar een bruiloft
met de dochter van de burgemeester misschien?
Ukkepuk, engeltje, hartendief, zonnetje,
toen je een jaar geleden ter wereld kwam,
ontbrak het niet aan tekens in de hemel en op aarde:
lentezon, de vensters vol geraniums,
een orgeltje dat speelde op de binnenplaats,
een gunstige voorspelling op roze vloeipapier,
vlak voor de bevalling moeders profetische droom:
een duif in de sneeuw zien – vreugdevol nieuws,
hem kunnen vangen – belooft een langverwachte gast.
Tok tok, wie is daar, dat is het kloppende hart van Adolfje.
Tutter, luier, slabbetje, rammelaar,
een jongetje, God zij geloofd, gezond en wel,
gelijkend op zijn ouders, op een poesje in een mand,
op kinderen in alle andere familiealbums.
Maar nu gaan we toch niet huilen,
kom, lach eens mooi naar het vogeltje.
Atelier Klinger, Grabenstrasse, Braunen,
en Braunen is wel geen grote, maar een waardige stad,
solide firma’s, aardige buren,
de geur van gistend deeg en goedkope zeep.
Onhoorbaar het hondengejank en de stappen van het noodlot.
De geschiedenisleraar knoopt zijn boord los en zucht boven zijn schriften.
- Wislawa Szymborska